Sociaal in de gemeente

De gemeente ondersteunt mensen die buiten hun schuld hun baan verliezen. Uitkeringen zijn in beginsel altijd tijdelijk. Alleen voor hen die niet kunnen werken is er langdurige ondersteuning. Deze ondersteuning gaat gepaard met bepaalde verplichtingen. Burgers die hun sollicitatieplicht niet naleven verliezen het recht op een uitkering. Uitkeringen die ten onrechte uitgekeerd zijn moeten volledig worden terugbetaald, verhoogd met een boete. Op uitkeringen moet optimale controle worden uitgeoefend. De VVD stimuleert het ondernemerschap en het starten van een eigen onderneming door het bieden van mogelijkheden en het hanteren van luwe leges bij vergunningen en dergelijke. Burgers die door omstandigheden moeilijk aan werk kunnen komen, dienen door bemiddeling van de gemeente zoveel mogelijk te worden geholpen aan passende arbeid, waarbij overleg met werknemers van belang is. Zelfredzaamheid en het zich vrij kunnen ontplooien staat hoog in het vaandel bij de VVD. Het uitgangspunt bij hulpverlening is: één gezin, één hulpverlener, één plan. In het kader van 'de gebruiker betaalt' behoort het heffen van eigen bijdragen tot de mogelijkheden. Op het gebied van de WMO dient de gemeente regievoerder te zijn en moet niet het aanbod van zorgproducten maar de cliëntvraag naar zorg centraal staan. Wijkteams kunnen hier uitvoering aan geven. Het doen staat voorop en overleg gebeurt minimaal en alleen als het moet. Als een inwoner een zorgvraag heeft, wordt er altijd een persoonlijk gesprek gevoerd om de achterliggende redenen in kaart te brengen. Vermindering van de bureaucratie is hierbij een absolute voorwaarde. De gemeente maakt afspraken met huisartsen en andere zorgverleners en stuurt op prestaties, verbetert de kwaliteit van de zorg en blijft de beheersbare kosten bewaken. Bestaande multifunctionele accommodaties, verenigingsgebouwen en andere algemene ruimten vervullen een belangrijke functie voor het welzijn. In deze voorzieningen ontmoeten de burgers elkaar en vindt er ondersteuning plaats. Hierdoor is individuele zorg minder nodig. De nadruk moet liggen op ontzorgen. Het voorkomen van zorg is een eerste prioriteit. Professionele inzet gebeurt als dit echt nodig is. Bij de uitvoering wordt gebruik gemaakt van een cliëntsysteem, preventiemogelijkheden en vroegtijdig signalering. De inzet moet een gezonde leefstijl zijn, met bewegen. De samenleving moet bewust gericht zijn op het voorkomen van gezondheidsproblemen. Zorgarrangementen worden in beginsel in de directe omgeving aangeboden: eerst lokaal, dan regionaal en dan pas nationaal. Bij het overhevelen van taken van rijk naar gemeente wordt een daarbij passend bedrag beschikbaar gesteld voor de uitvoering, die lager is dan als het rijk de uitvoering ter hand neemt. De betreffende activiteiten dienen voor maximaal de beschikbare bedragen te worden gerealiseerd. Voor schrijnende gevallen als er voor burgers echt sprake is van een uitzichtloze situatie, moet een blijvende oplossing worden gevonden, waarbij van mensen uit de directe leef-en woonomgeving uitvoering van hulpverlening wordt verwacht. Bij de ontkokering van het zorgstelsel is de inzet van de VVD dat dit leidt tot minder uitgaven van de gemeente aan zorg-en welzijnsbureaucratie en aan overheadkosten. De vraag van kinderen is leidend. Er is één coördinerend hulpverlener per gezin. De gemeente biedt ruimte aan professionals. Afspraken met aanbieders worden gemaakt op basis van de vooraf gestelde doelen, prestaties en resultaten. Veiligheid en kwaliteit staan centraal. Daarnaast moet de gemeente de wirwar aan loketten die door de gehele gemeente gevestigd zijn, centraliseren op het gemeentehuis, waar het centrale loket wordt gevestigd. Hier moet ook de Woningstichting een loket hebben, waardoor er voor alle burgers en bedrijven een eenvoudige en gemakkelijke wijze van het benaderen van de gemeente ontstaat. Het CJG-loket moet een betere positionering krijgen. Vrijwilligers spelen een wezenlijke rol in de samenleving. Inzet voor de publieke zaak geeft vorm aan sociale samenhang en maatschappelijke betrokkenheid. In Hardinxveld-Giessendam is een groot vrijwilligerskorps actief. Door de gemeente dient dit gestimuleerd te worden. Scholing aan vrijwilligers moet daar gegeven worden waar de vrijwilliger de taak uitoefent. Dat ontslaat de gemeente niet van haar taak om die plaatsen te faciliteren zodat die scholing ook daadwerkelijk uitgevoerd kan worden